Een recept gebaseerd op een die door culinair historica Charlotte Kleyn in de Trouw is gepubliceerd: Rode kool, met cannellinibonen en gerookte amandelen, geserveerd met (bloemkool)rijst en een lepel yoghurt.

Ingrediënten

• Een halve bloemkool, +/- 400 gram.
• een halve kleine rode kool
• 1 ui
• 2 knoflooktenen
• 1 blik (400 gram) cannellinibonen
• 1 el sojasaus
• 2 el wijnazijn (rood, wit, kies wat je lekker vindt)
• zout, peper en peterselie naar smaak
• olijfolie
• en voor de gerookte amandelen:
  • Simpel uit de supermarkt:
    • 75 gram gerookte amandelen uit een zakje of pakje
  • Of de versie uit Pauline’s keuken:
    • 75 gram amandelen in vlies
    • 0,25 tl gerookte paprikapoeder
    • 0,25 tl chilipoeder
    • 0,25 tl knoflookpoeder
    • 1 el olijfolie

Voorbereiding:

• Maal de bloemkool in de keukenmachine tot bloemkoolrijst
• Snij de halve rode kool in de lenge in vier delen, en dan in reepjes
• Snipper de ui en knoflooktenen
• Giet de bonen af in een vergiet en spoel schoon
• Wanneer je Pauline’s amandelen gebruikt: men de amandelen met alle kruiden en de olijfolie door elkaar in een bakje totdat alle amandelen goed onder de kruiden zitten

Bereiding:

• Wanneer je de gerookte amandelen van Pauline gebruikt:
  • Verwarm de oven voor op 180 graden
  • Spreid de gekruide amandelen op een stuk bakpapier op een bakplaat uit, en bak 10 tot 15 minuten in de oven
  • Laat de amandelen afkoelen (ze zijn heet!) terwijl je de rest van het gerecht klaarmaakt.
• Bak de ui met knoflook in een hapjespan glazig
• Voeg de rode kool toe en roerbak een paar minuten op middelhoog vuur
• Voeg een paar eetlepels water en de twee eetlepels wijnazijn toe, en laat met deksel op de pan een minuut of 5 sudderen.
• Bak intussen in een koekenpan met olijfolie de bloemkoolrijst gaar
• Voeg na het sudderen de bonen, de sojasaus, de gerookte amandelen en wat zout, peper en peterselie toe aan de hapjespan en meng alles goed.
• Serveer de rode kool op een bord met bovenop een eetlepel yoghurt

Het rode kool-recept is gebaseerd op dit recept van Charlotte Kleyn in de Trouw.